Proza

Beetje Deelder

Beetje Deelder.

Kennie schrijve.
Hoezo, kennie schrijve?
Kweenie, weet niks.
Wat nou weet niks, verzin wat!

Me kop is leeg.
Schrijvie daar toch over!
Over me kop?
Nee, over dat je kop leeg is!
Ja, maar me kop is ech leeg!

Zeggie toch da je nie ken schrijve!
Wat zeg ik je nettan!?
Kennie schrijve!



Björköby, 2020-02-03.


Contact!

Contact!

W
e zijn net weer eens de hele dierentuin doorgelopen. Daarna nemen we vaak een wijntje bij het restaurant voorin de tuin.
M'n favorite plaats, want uitzicht op het Siamang verblijf, met een variant op de Gibbon erin, de Siamang dus. Daarvoor kom ik in de dierentuin, voor de katten en de apen, in die volgorde.

Een van de Siamangs, er zijn er nu drie, komt vooraan zitten en het lijkt wel of 'ie me aankijkt.
Wat zou zo'n dier nu denken overpeins ik, enigszins geholpen door de alcoholische versnapering.
"Dat ik hier heel graag wel eens uit zou willen, zuipschuit!". De boodschap komt luid en duidelijk door, alsof ik een hoofdtelefoon op heb.
Als ik zover van de schrik bekomen dat ik weer naar de kooi durf te kijken zit hij nog steeds in dezelfde houding naar me te kijken.

Dit kan niet, stel ik mezelf gerust. Dit geloof ik gewoon niet basta!
"Hallo! Ben ik in beeld, ik probeer je wat te zeggen!". Opnieuw komt het binnen alsof het midden in m'n hoofd uitgesproken wordt.
"Zit jij tegen mij te praten?" probeer ik hem halfslachtig toe te "denken", maar er komt geen antwoord. "Geef me dan een teken" probeer ik nog.

Te veel gedronken is mijn eindconclusie. Ik geloof het echt niet, stel ik mezelf ten overvloede gerust.
Als we huiswaarts gaan zie ik dat hij weg is. Naar het binnenverblijf waarschijnlijk.
Ik kan het niet nalaten toch nog langs de kooi te lopen op weg naar de uitgang.
Vooraan in de kooi is een stukje zand schoongeveegd.


"Thomas!" staat er met grote letters.

Sofia

Sofia

We zijn met vakantie. Nou ja, vakantie, het is ons laatste verblijf in Nederland vóórdat we voorgoed naar Zweden verdwijnen. We hebben dertig jaar in Amersfoort gewoond, nooit iets gezien, en nu, op de valreep, zien we dingen in de buurt die je als ingeslapen inwoner nooit bezoekt.
Zo komen we dus binnenlopen bij een omgebouwde boerderij, het Gagelgat.

Nooit van gehoord en nu voor 't eerst.

We zijn niet de enige bezoekers. Er is nog een ander gezin dat ook de boerderij bezoekt, beziet en toegankelijk maakt voor oma, want die is er ook bij.
'Er is ook een lift oma!' hoor ik, en daar staat ze, m'n eigen moeder op ongeveer dertien jarige leeftijd. Het is die oude foto in m'n familie-archief die dat moment mogelijk maakt.

Zorgzaam loopt ze naar de oude dame toe, maar die is al te moe voor zo'n opgang. Ze heeft 't leven al gezien en is er tevreden mee.
Ik overweeg, heel kort, het meisje aan te spreken, maar ik laat haar en bewaar de illusie.
De dood bestaat niet, concludeer ik, het leven, ieders leven, begint gewoon opnieuw.


AvH, 11-8-2015